Dodenherdenking & 

Bevrijdinsdag









Ter gelegenheid van de Dodenherdenking en Bevrijdingsdag publiceert ROATS dit jaar een aantal werken van jonge kunstenaars in relatie tot de Tweede Wereldoorlog en bevrijding. Daarnaast delen wij ook een interview dat wij voerden met Rozette Kats, overlevende van de Tweede Wereldoorlog. Dit alles als eerbetoon aan de mensen die gestorven zijn en die de Tweede Wereldoorlog overleefd hebben.

Maar deze publicatie is tegelijkertijd ook een viering van onze vrijheid. Onze vrijheid om te maken, te delen en te leren. Waarbij we ook altijd moeten blijven leren van het verleden, zodat we niet nogmaals dezelfde fouten maken.











 

In deze Special:



1. Kunst Robin 

2. Muziek Gijs

3. Interview Rozette 

4. Kunst Kayleigh

5. Gedicht Micha












 

Kunstwerken Robin Bus 

& muziek Gijs Straver

Robin Bus is negentien jaar en studeert Toegepaste Psychologie aan Fontys Hogescholen. Hen is schilder, illustrator en filmmaker. Door middel van een "stroom van creativiteit" die voelt als een trance, brengt hen delen van hun onderbewuste naar boven in hun werk.


Gijs Straver is twintig jaar en studeert Digitale Techniek & Media aan de Hogeschool Utrecht. Hij verdiept zich in grote media, radio en muziek. Daarbij focust hij zich niet op een specifiek genre of thema, maar ziet hij zichzelf meer als "allround creator". 

Deze twee werken van Robin Bus gaan over de bevrijding van persoonlijke onderdrukking. Door middel van sterke kleuren, beelden en contrasten worden de vele kanten van ieders identiteit getoond. Kanten die je zou moeten kunnen en durven bekijken, zonder angst voor anderen of voor jezelf. Dit is volgens de kunstenaar vaak een lastig proces, maar door dit te overwinnen kun je bij een nieuw gevoel van vrijheid komen.


Bij het tweede werk (rechts) van Robin, heeft Gijs Straver een nummer gemaakt. Hij ziet het werk als een afbeelding waarbij woorden en daden niet gezien worden als los, maar deel van je identiteit. Delen die niet zo maar kunnen vergaan. Hij ziet het werk daarbij als een strijd, maar ook als een losbreking en acceptatie met dit idee. Hij heeft het nummer hier dan ook naar vormgegeven. 

Gijs Robin nummer.mp3









 

Interview Rozette Kats

- Door Jannie Elzinga en Micha Braaksma

 

Rozette Kats werd als pasgeborene ondergebracht bij een jong echtpaar. Bij hen groeide ze op als hun dochter Rita van der Weg. Met gevaar voor eigen leven hebben ze haar alles gegeven wat ze op dat moment te bieden hadden. Dit hadden ze de ouders van Rozette beloofd toen ze haar in huis namen. “In het geval dat wij niet terugkomen, voed haar op alsof het jullie eigen kind is.” 


Bij haar pleegouders had Rozette nog een broertje, hij werd na de oorlog geboren. In de eerste zes jaar van Rozette’s leven leek alles erg normaal. Ze speelde met vriendinnetjes, ging naar school en was net zo eigenwijs als kinderen van die leeftijd horen te zijn.   


Tot op de avond van haar zesde verjaardag. Wat een zorgeloze dag zou moeten zijn, werd achteraf het kantelpunt in het leven van de jonge Rozette Kats. Haar pleegouders vonden het belangrijk haar te vertellen dat ze een Joodse afkomst had. Ze beschreven haar biologische ouders en vertelden haar dat deze na de oorlog niet teruggekeerd waren. Rozette kreeg te horen dat ze ondergedoken zat en Rita niet de naam was die ze vanaf haar geboorte had gedragen. 


Dit hele verhaal viel het jonge meisje erg zwaar. Ze werd bang dat, als ze aan haar vriendinnen zou vertellen dat ze niet Rita was, ze niet meer met haar wilden spelen. Wat nu als ze heel vervelend zou zijn, zouden haar pleegouders haar dan niet meer willen? Was Rozette dan vanaf nu de naam die ze moest gebruiken? Er speelden erg veel vragen door haar hoofd die ze als kind voor zichzelf besloot te houden. Rozette was netjes, hield zich aan de regels die opdragen werden en zou nooit twijfelen aan de beslissingen van haar pleegouders. Dit leidde tot een meisje waar elke ouder jaloers op zou zijn. Het begin van een lange weg naar zelfontwikkeling was begonnen.  


Inmiddels spreekt Rozette veel op scholen en hoopt ze met haar verhaal de jongere generatie te inspireren. Ze zegt: “je kan pas een ander mens slecht behandelen als je hem niet als gelijkwaardig aan jezelf ziet.” Om ervoor te zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt, vindt Rozette het daarom belangrijk bewustzijn te creëren bij de volwassenen van de toekomst. Dit doet ze door haar verhaal te delen en gastlessen te geven over de Tweede Wereldoorlog. Op deze manier wordt het onderwerp niet vergeten.

  

Hoofdredacteur van ROATS Magazine: Jannie Elzinga ging hierover met Rozette Kats in gesprek. Ze stelde vragen over de loop van Rozette haar leven en de impact die de oorlog heeft op nabestaanden in het nu. Het interview vindt u hieronder.  


Kunt u een beeld schetsen van hoe voor u was om op te groeien in tijd van oorlog?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog groeide ik op bij mijn pleegouders onder de naam Rita van der Weg. Tot mijn zesde verjaardag had ik geen idee dat dit niet mijn echte naam was en ik eigenlijk een dochter van Joodse ouders zou zijn. Dit zorgde voor een zo goed als normale kleutertijd. Ik speelde met vriendinnen, las boeken en deed wat elk meisje van die leeftijd doet. Omdat ik niet gezien werd als Joods was ik me ook niet bewust van de problemen die zich tegen hen voordeden.  

   

Bij het woord oorlog denk ik aan Oekraïne of de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Wat is uw associatie met dit woord?  

Bij het woord oorlog gaan mijn gedachten in eerste instantie naar de periode 1940-1945 ofwel de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dan aan de Duitse bezetting en al het leed dat de wereld te verduren had. Ik blijf dan denken hoe kunnen mensen elkaar zoiets aandoen? Dat is in elke oorlog gelijk. Je kunt pas een ander mens slecht behandelen als je ze niet meer als gelijkwaardig aan jezelf ziet. De Duitsers zagen mensen met Joodse afkomst, Sinti en Roma, Homoseksuelen en niet-Duitsers als ongedierte. Het waren geen mensen meer in hun ogen. Dat is waar ik denk dat het fout gaat. Als je je ervan bewust bent dat alle mensen geboren worden met dezelfde behoeftes ontwikkel je empathie. Je neemt de tijd iemand te leren kennen en bouwt een band op. Op deze manier zie je elkaar als gelijkwaardig. Door empathie aan te leren kunnen we vele conflicten vermijden.  

   

Toen u acht maanden oud was bent u naar een onderduikadres gebracht. Had u hetzelfde gedaan in de situatie van uw ouders?  

Ik ben moeder van twee kinderen, en kan me niet voorstellen hoe deze keuze zou moeten voelen. Het gaat om de veiligheid van je kind, en daarin is het enige rechtvaardige antwoord: Ik had mijn kinderen ook laten onderduiken in deze situatie. Maar tegelijkertijd weet je niet wie je kan vertrouwen en of je de juiste keuze maakt. Uiteindelijk kan je alleen maar hopen en daar is veel lef voor nodig. Ik durf nu niet te zeggen of ik dat ook gedaan zou hebben. 

   

Voelt u zich verbonden met uw biologische ouders?  

Toen ik acht maanden oud was hebben mijn biologische ouders me ondergebracht op een onderduikadres. Daarom heb ik geen herinneringen aan de tijd die ik nog met ze heb mogen meemaken. Ik ken alleen de verhalen van mijn pleegouders. Toch probeer ik ze op een bepaalde manier dichtbij te houden. Het blijven de mensen die me in veiligheid gebracht hebben. Ook heb ik mijn Joodse afkomst aan hen te danken. Daar ben ik erg trots op. Het blijft een moeilijke vraag: ‘Voel ik me verbonden?’ Ik heb het namelijk mijn leven lang geprobeerd. Inmiddels denk ik op een punt te zijn waarvan ik kan zeggen met ze te leven. Ik leef met mijn biologische ouders. Voor nu is dat voor mij ook genoeg.  

   

Hoe voelde het toen u hoorde dat uw biologische ouders Joods waren?  

Ik heb het moment dat mijn pleegouders me dit vertelden nog erg helder in mijn herinnering. Het was de avond voor mijn zesde verjaardag. We zaten in de woonkamer. Mijn pappa vroeg of ik bij hem op schoot kwam zitten, want hij moest me iets belangrijks vertellen. Hij was erg serieus, keek me aan en begon met praten. Hij vertelde dat mijn naam ‘Rita van der Weg’ niet de naam was die ik vanaf mijn geboorte gedragen had. Dat hij en mijn pleegmoeder niet mijn echte ouders waren en dat ik bij hen ondergedoken zat. Ik was Joods, mijn naam bij geboorte was Rozette Kats en mijn biologische ouders waren in de oorlog omgekomen. 


Ik begreep er niets van en werd overvallen door angst. Ik was bang dat als ik dit aan mijn vriendinnetjes zou vertellen ze een ander beeld van me zouden krijgen. Vanaf dat moment was ik ook bang om thuis fouten te maken. Als ik een grote mond zou hebben of niet goed mijn best zou doen op school waren mijn pleegouders me misschien zat. Ik ontwikkelde me als kameleon en werd een keurig meisje waar iedere ouder jaloers op was. Het was erg ongezond zo te leven. Ik liep met een denkbeeldige emmer in mijn buik waar ik alles instopte waarmee ik niet om kon gaan. Hier praatte ik met niemand over en het was dus een kwestie van wachten tot deze overstroomde. Dat gebeurde in 1987 en toen besloot ik in therapie te gaan.  


Ziet u uw pleegouders als helden?  

Mijn pleegouders hadden zelf tweemaal een kindje verloren en zaten nog midden in het rouwproces, toen ze de vraag kregen een onderduikertje in huis te nemen. Dan kan je in het verdriet verzuipen. Maar ze deden het tegenovergestelde. Ze hadden de moed en het goede hart en stelden alles wat ze hadden ter beschikking. Van het wiegje tot de kleertjes tot hun huis. Ze schreven zelfs mijn naam in hun familie boekje. Op de plek waar eerst de naam van hun eigen tweede kindje gestaan had. Door mij met gevaar voor eigen leven in huis te nemen zijn ze boven hun verdriet uitgestegen. Ze hebben mij opgevoed alsof ik hun eigen kind was. Dat maakt ze helden in mijn ogen.  

   

Met welke naam voelt u zich meer verbonden; rita of Rozette?  

Op de basisschool en thuis was ik Rita van der Weg. Maar ik voelde me meer als Rozette. Er ontstond een soort dubbele naam verwarring. Als ik nieuwe mensen ontmoette stelde ik mezelf altijd voor als Rozette. Maar als ik thuis was was het weer Rita. Zo ontstond er een hele groep mensen die geen weet hadden van mijn verleden als Rita. Mijn pleegouders wisten ook dat ik liever Rozette genoemd werd maar vonden dit lastig. Pas toen mijn pleegmoeder op haar sterfbed lag, noemde ze me voor het eerst Rozette. Ik werd overspoeld door een onbeschrijfelijk gevoel waarvan ik tot op de dag van vandaag nog steeds kippenvel krijg. Ik voelde me heel. Het was alsof ze me op dat moment teruggaf aan mijn biologische ouders. 



"Je kunt pas een ander mens slecht behandelen als je ze niet meer als gelijkwaardig aan jezelf ziet."

 


Als u terugkijkt op uw leven, wat zijn dan de meest impactvolle momenten geweest?  

De avond voor mijn zesde verjaardag is erg bepalend geweest voor de manier waarop ik de afgelopen jaren geleefd heb. Daarin heeft de oorlog zijn sporen dan toch ook op mij achtergelaten. Het was voor mij een hele stap om te erkennen dat ik pijn had en emoties voelde. Therapie heeft een grote rol gespeeld in mijn zelfontwikkeling. Vijftig jaar lang nam ik het mezelf kwalijk dat ik geen boosheid of verdriet kon voelen. Pijn stond bij mij gelijk aan leegte. Ik heb die gevoelens altijd verdrongen. Ik begreep pas toen ik in therapie ging dat mijn eigen Joodse identiteit me niet gegund was, ik mocht immers niet bestaan. De nazi’s hadden me dat afgenomen. Het schilderen tijdens therapie leerde mij boos worden. Ik kon mijn gevoel in kleurtjes en patronen daardoor weergeven.

  

Wat is het verschil in hoe u nu terugkijkt op uw Joodse afkomst en hoe u er toen naar keek toen u het net hoorde?  

Toen ik net hoorde dat ik van Joodse afkomst was, wist ik helemaal niet wat dat betekende. In mijn beleving ging je, als je Joods was, dood. Ik wilde helemaal niet dood. Als ik nu terugdenk aan die tijd, voel ik weer het verdriet en onbegrip. Ik heb dat een plekje kunnen geven. Mijn Joodse afkomst is nu onderdeel van mijn identiteit. Ik ben er trots op om Joods te zijn; het maakt me tot wie ik ben. Mijn kinderen zijn hier ook steeds meer mee bezig. Maar ik laat ze hun eigen weg gaan. Ze leggen een persoonlijke reis af. Mochten ze iets willen weten, dan vragen ze dat. Dan maakt mijn hart toch een klein sprongetje.  

  

Wat motiveert u te blijven praten over de Tweede Wereldoorlog?  

Ik vind het erg belangrijk dat de nieuwe generatie de geschiedenis kent. De toekomst ligt niet meer in onze handen. Daarom is het goed dat jongeren zich realiseren dat de vrijheid waarin we leven niet vanzelfsprekend is. Als ik op een middelbare school mijn verhaal kom vertellen, hoop ik iets los te maken en bewustwording te creëren. Dat voelt als mijn verantwoordelijkheid. Door mijn verhaal te verbinden aan het heden, hoop ik dat de jongeren verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun medemens kunnen nemen. 

  

Voelt u zich anders dan leeftijdsgenoten die pas na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn?   

In mijn leeftijdscategorie ben ik één van de weinigen die nog werkt, als vrijwilliger. Dat levert soms leuke situaties op, bijvoorbeeld als ik in de lift van mijn appartementencomplex sta. Ik ga met een koffertje naar werk en heb al een paar keer de vraag gekregen ‘ga je op vakantie?’ ‘Wat leuk, waar ga je heen?’ Hierin merk ik dat er een verschil zit tussen onze levensfases. Ik voel me nog goed. Misschien omdat ik zo ben ingesteld. Ik heb met mezelf de afspraak gemaakt door te werken tot ik het niet goed meer doe of mijn lichaam het begeeft. Niet iedereen deelt deze gedachte.  

  

In het nieuws zien we dat jongeren steeds minder kennis hebben over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Wat is uw mening hierover?  

Ik geef al langere tijd les op basis- en middelbare scholen. Hierin krijg ik dus veel te maken met jongeren en hun kennis van de geschiedenis. Vaak begin ik mijn les met een algemene vraag: ‘Wat weten jullie al over de Tweede Wereldoorlog?’ Vanzelfsprekend merk je per school, klas en jaar hierin een groot verschil. Ik merk dat er over het algemeen niet diep op het onderwerp ingegaan wordt. De meeste docenten behandelen alleen de basis. Daarom ben ik ook van mening dat de kennis afneemt. Schandalig vind ik het. Dan is het aan mij en de mensen uit mijn generatie om het verhaal over te dragen. Als ik een gastles geef, wordt ik specifiek gevraagd iets te komen vertellen. Dan denk ik: 'ze willen het dus toch wel weten.'  

  

Wat wilt u meegeven aan de jongeren die dit lezen?   

‘Geniet van de dag, maar besef dat er meer is dan dat. Draag ook je steentje bij aan de maatschappij’ 
















 

Kunstwerken Kayleigh Kuypers

Kayleigh Kuypers is een 23-jarige kunstenares uit Drachten. Ze haalt veel van haar inspiratie uit het verhaal van Anne Frank en uit de Tweede Wereldoorlog. Ze vindt het belangrijk dat thema’s als vrijheid en vervolging aandacht krijgen en ze is daarbij niet bang om een gevoelige snaar te raken bij haar publiek.














 


Gedicht Micha Braaksma

Micha Braaksma is achttien jaar en studeert Global Project and Change Management aan de Hogeschool Zeeland. Daarnaast is hij multidisciplinair kunstenaar met een focus op taal, fotografie en filosofie. Hij is ook hoofdredacteur van ROATS Magazine.


“Bij dit gedicht, geen beschrijving graag. Voor Bevrijdingsdag en voor kunst in het algemeen, geef ik de vrijheid aan de lezer om die zelf te maken.” 

Ouder en Kind


Een kind 

Met diepe ogen 

Ruimten waar 

Maanden pijn 

Zich in verschuilen 

  

Verstopt in DNA 

En botten 

Met volwassenheid 

Nog verder gepropt 

In diepe grotten 

  

Maar die pijn  

Kan nooit verrotten 

Nooit vergaan 

Zelfs na de dood 

Blijft die pijn 

Bestaan 








Op 4 en 5 mei staat ROATS Magazine stil bij allen die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet en zijn gestorven voor het behouden van onze vrijheid. De vrijheid waarvan we vandaag de dag nog steeds genieten.