De Rubriek van Gijs

















Gijs Woldberg (19) studeert Liberal Arts and Sciences aan de Universiteit Tilburg. Hij woont in Breda en is erg geinteresseerd in academische en literaire onderwerpen als filosofie en politiek. Voor ROATS schrijft hij maandelijks een nieuw stuk, omtrent themas als filosofie, politiek, de maatschappij en zijn persoonlijke ervaringen hiermee. Voor drie maanden lang is in het midden van de maand is hier elk maal een nieuw stuk van Gijs te lezen!



WhatsApp Video 2023-12-14 at 16.32.27_c1482e90.mp4














"Die Stadsfiets" 

- Door Gijs Woldberg (Februari)


Een hele mooie nieuwe fiets, dat is wat ik meenam toen ik in Breda kwam studeren. Maar vrees niet, het duurde niet lang voordat daar verandering in kwam. Op een donderdagavond, ongeveer twee maanden later, besloot ik mijn fiets  ‘aan het slot’ op het station te stallen. Helaas voor mij: nadat ik het hangslot bevestigde, vergat ik mijn sleutel uit het slot te halen. Aldus was ik in nood voor een nieuwe fiets. Gelukkig kon ik de oude fiets van mijn pa en opa overnemen. Een donkergroene met zo'n dun hard zadel, met twee veren om hem omhoog te houden. Niet iets waar je van opkijkt, maar dat heb je in Nederland ook niet snel meer. 

Tot op de dag van vandaag, ruim drie jaar later, is deze zelfde fiets nog steeds mijn meest gebruikte vorm van transport. En op die manier ook de fiets die ik tot nu toe het langst heb gehad. Er zitten hier en daar wel wat deuken in het frame, maar die zie ik maar als souvenirtjes van de incidenten die de fiets allemaal heeft doorstaan. Mijn vader heeft me verteld dat mijn opa hem ook nog gebruikt heeft in zijn jongere jaren en mijn vader zelf ook nog in zijn studententijd. Misschien daarom dat ik er onbewust iets beter voor ’zorg’. Mijn fietsstijl is niet bepaald ’bandvriendelijk’. Dat kan ik toeschrijven aan de routes die ik kies en het feit dat ik er vaak grote boodschappen mee doe. Helaas zorgt dit er ook voor dat ik gemiddeld eens in de twee tot drie maanden naar de fietsenmaker moet en dat ik met regelmaat mijn achterband moet oppompen. Je moet wat overhebben voor de boodschappen toch? 

Een jaar geleden had ik een botsing met een andere fietser die mij niet van rechts zag komen en ik hem tegelijkertijd niet van links. Na een naar eigen zeggen soepele afsprong van mijzelf, en een iets mindere van mijn mede-botser. Bleek de schade wel mee te vallen. Behalve de schade aan mijn fiets dan. Met een krom voorwiel, verbogen stuur, kapotte pedalen en een platte achterband, heb ik de fiets in de stad gestald. Daar heeft hij vervolgens bijna twee maanden gestaan, voordat ik hem weer naar de fietsenmaker kon brengen, waarna de fiets weer in tip-top staat gefixt was. Desalniettemin was dit een duur geintje waar ik eigenlijk best een goede nieuwe fiets van had kunnen kopen; “hm, zonde”. Maar om eerlijk te zijn heb ik veel liever dit oude ding; een mooie stadsfiets die net niet mooi genoeg is om te stelen. En nog met een geschiedenis erachter ook. En nu voeg ik daar mijn eigen verhalen aan toe. Nu maar hopen dat hij het nog een paar jaar volhoudt.



Het ov: Goedkoper of beter?

- Door Gijs Woldberg (Januari)


Een essentiële activiteit voor bijna alle studenten: het openbaar vervoer. In verband met mijn interesse in stadsontwerp heb ik er altijd stiekem wel van genoten. Ondanks de vertragingen en afgezegde bussen, neem ik altijd met plezier de bus of trein. Tijdens de feestdagen was het ook niet gek dat ik vaak in de bus te vinden was. Afreizen  naar mijn ouders, op visite bij vrienden, en uiteindelijk ook een kort stedentripje, want waarom ook niet? Ik kan best een paar uur comfortabel in de bus of trein zitten, uit het raam turen met een podcast op of met muziek aan. Maarja, dat is alleen als alles soepel verloopt, en dat doet het lang niet altijd.

Iedereen die het ov neemt heeft er last van: vertragingen, drukke treinen, bushaltes die worden overgeslagen of verwijderd en tijden die niet aansluiten bij ons als reizigers. Vele malen dat ik in de bus zit zie ik bijvoorbeeld dat de bus vertrekt voordat iedereen in zijn stoel zit.  Ik snap dat dit voor het merendeel van de reizigers geen groot probleem is, maar voor mensen die slecht ter been zijn is dit een zeer ongemakkelijke eigenschap van het ov. Het gebeurt ook weleens dat een buschauffeur je doodleuk voorbijrijdt.  Sta je daar met je bek vol tanden en een uitgestoken arm. Kan je weer een half uurtje wachten, maarja, dan kan je net zo goed gaan lopen. Op dagelijkse basis met de trein reizen is net zo min een pretje.  

Laatst kwam het station Tilburg Universiteit in het nieuws: het was toch wel erg bijzonder hoe vaak het station werd overgeslagen. Zelfs de treinen die wel langskomen hebben het merendeel van de tijd vertraging. Als je dat twee keer per dag moet aanzien word je het toch erg snel beu. Wanneer er vertraging wordt opgemerkt, worden er niet betere lijnen gepland of meer en langere treinen ingezet, nee joh, doe niet gek. We slaan gewoon een station over, waarom moeilijk doen toch? Het openbaar vervoer in Nederland staat in Nederland zelf bekend om het slechte functioneren en gebrek aan verbetering. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de middelbare school samen met mijn vrienden strips tekende over vertragingen van de NS, zonder dat ik zelf ooit een bus of trein genomen had. 

Maar ik moet ook eerlijk zijn en laten weten dat ik nog steeds van het ov kan genieten. Ondanks de slechte regeling en veelvoudige teleurstellingen blijft het reizen altijd leuk. Uit het raam staren in de trein, en uitkijken over de grote groene weilanden en huisjes zal ik altijd prachtig blijven vinden. Daarnaast is het heerlijk om een praatje te maken met mensen in de trein of op het station. Het is altijd gokken wie je spreekt en waar ze vandaan komen  en dat maakt het gesprek alleen maar beter.

Dat zijn de twee kanten van het openbaar vervoer die ik zie. Er is ontevredenheid en er zijn meer dan genoeg klachten, maar het openbaar vervoer kan desondanks nog steeds heel erg leuk zijn. Na dit alles besproken te hebben, is het misschien verstandig om nou na te denken wat we precies willen, willen we het ov goedkoper hebben? Of is het toch verstandig om de kwaliteit omhoog te krikken?





"Het volk heeft gesproken!"

- Door Gijs Woldberg (December)


22 november, circa 9 uur ‘s avonds; de heer Wilders spreekt uit over de verkiezingsuitslag: “Nederland! De kiezer heeft vanavond gesproken.” Het is één van de eerste dingen die Wilders zegt nadat hij ontdekt dat hij met zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) 35 zetels heeft behaald voor de Tweede Kamerverkiezingen. 

Op dat moment ben ik als pakketbezorger net terug van mijn avondrit en bevind mij, net als vele Nederlanders, in een staat van lichte schok. Iedereen wist dat het veel kanten uit kon  gaan, maar zo’n verbluffend aantal had ik niet verwacht. 

Na deze uitslagen dwaalden mijn gedachten direct af naar hoe wispelturig de bevolking zich lijkt te bewegen. “De kiezer heeft vanavond gesproken”, zegt Wilders. Maar om eerlijk te zijn lijkt de kiezer niet al te zeker van zijn zaak. Zeker als je de politieke verschuivingen van het afgelopen jaar meerekent. 

Dit werd mij voor het eerst duidelijk na de grote zetelwinst van de BoerBurgerBeweging (BBB) in de provinciale verkiezingen van 15 maart. Toentertijd was ik niet al te politiek betrokken. Ik besteedde dan ook niet echt veel aandacht aan deze uitslag. Ik vond het nog steeds wel opmerkelijk, zo’n radicale verschuiving in het Nederlandse stemgedrag. In de periode hierna heeft Nederland de opkomst van Pieter Omtzigt met het Nieuw Sociaal Contract (NSC) meegemaakt, en in mindere mate de opkomst van de combi partij GroenLinks / Partij van de Arbeid (GL/PvdA). Dat terwijl de BBB van Caroline van der Plas alweer weg leek te zakken. Dat vond ik toch best apart. Hoe kan een partij na zo’n fenomenale overwinning zo snel weer wegzakken? De standpunten zijn immers niet veel veranderd. 

Het bleek geen eenmalig verschijnsel te zijn. De heer Omtzigt kreeg hier tijdens de verkiezingen ook last van. In de aanloop naar de verkiezingen leek zijn reputatie als “redder van de Nederlandse politiek” af te zwakken. En zoals de trend voorspelde, kwam hij de verkiezingen uit als de vierde grootste partij. Niet slecht voor een “nieuwkomer”, maar daarmee lijkt hij toch onder hetzelfde probleem te lijden als de BBB.

Dat brengt ons bij de verkiezingsuitslagen. Zoals verwacht hebben de linkse partijen  eindelijk een “verenigd” front gevormd in de vorm van GL/PvdA door middel van veel strategische stemmers. Maar is dat nou echt een positieve ontwikkeling? Wellicht heeft dit juist geleid tot de “linkse nachtmerrie”: de grote overwinning van de PVV. Als gevolg van dit “linkse front” reageerde de rechtse kiezer met gelijke overwegingen. Met een mengelmoes van politiek spel, overtuigende retoriek in debat en terughoudendheid van tegenstanders, heeft de heer Wilders uiteindelijk zeer kundig profijt kunnen trekken uit het politieke landschap. 

Terugkijkend naar de politieke trend van het afgelopen half jaar blijkt de stem van het volk dan ook niet meer zo standvastig als Wilders en anderen graag laten lijken. De kiezer heeft nu gesproken, maar hoe lang zal het duren totdat de kiezer weer van overtuiging verandert? Hoe lang kan de heer Wilders zijn nieuwe functie volhouden, als grote delen van zijn programma simpelweg niet verwerkelijkt kunnen worden en het wispelturige electoraat hem tegen begint te werken?

Tot slot zal ik delen dat ik er vanuit mijn standpunten overtuigd van ben dat een gezond politiek klimaat zich in een democratisch land als Nederland altijd zo dicht mogelijk op het midden moet oriënteren. Hoe rechtser we gaan, hoe meer mensen we van de linkse bevolking uitsluiten en vice versa. Dus heer Wilders, heeft Nederland gesproken? Of heeft de politiek dat gedaan? Nemen wij het belang van de meerderheid? Of van alle betrokkenen?



De Bovenstaande tekst is geschreven kort na de eerste exit-polls van de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Het is daardoor mogelijk dat sommige cijfers en informatie niet meer volledig accuraat zijn.